donderdag 29 maart 2012

Weimar; archieven en collecties in de oude fysieke context

Deze week vergaderde ik in Weimar enkele dagen met het ICA SPA steering committee. Daarbij kwam onder andere aan de orde, hoe de Universele Verklaring over Archieven zo goed mogelijk te promoten. Binnenkort wordt daarvoor een online register ingesteld, zodat iedereen die de verklaring wil onderschrijven, dat kan doen. Onderdeel van onze vergadering was een overleg met Michael Hollmann, de nieuwe Präsident van het Bundesarchiv, vergelijkbaar met onze algemene rijksarchivaris. Het ging daarbij vooral over de betrekkelijk geringe Duitse betrokkenheid bij de internationale archiefwereld. Hollmann sprak de wens uit dat dit zal veranderen. Er zijn immers onderwerpen genoeg waarvoor uitwisseling zinvol is.
In Weimar was ook aandacht voor de situatie van de archieven op de Marshalleilanden. Daar bevinden zich de bescheiden die betrekking hebben op de atoomproeven die daar in de jaren vijftig werden gehouden. Deze archieven zijn in bijzonder slechte staat, maar de regering van de eilanden heeft geen enkele mogelijkheid om daarin verbetering te brengen. Het is dan ook zeer de vraag of deze documenten behouden zullen blijven. Aandachtspunt dus voor de ICA.
Rond onze vergaderingen legden we bezoeken af aan verschillende archieven en bibliotheken  in Weimar. Daarbij viel mij op dat de afgelopen jaren kosten noch moeite zijn gespaard om voor deze instellingen goed geoutilleerde depots en leeszalen in te richten. Tijdens ons bezoek werd aan de uitbreiding van de archiefbewaarplaats van het Hauptstaatsarchiv nog gewerkt, evenals aan de verbouwing van het Goethe- und Schiller-Archiv. Ook werden we meegenomen naar de zolder van de Herzogin Anna Amalia Bibliothek. Daar is na de brand van 2004 een moderne leeszaal ingericht met een aanzienlijke omvang.
Uitbreidingsbehoefte, herstel na brand, het restaureren van een gebouw, dat zijn allemaal redenen, zo lijkt mij, om binnen dezelfde stad de handen ineen te slaan en samen te streven naar een gemeenschappelijk nieuw depot met studiezaal. Dat leidt immers tot een efficiëntere bedrijfsvoering en is ook voor bezoekers interessant. Een wetenschapper die in Weimar onderzoek doet naar Goethe wandelt nu als het tegen zit heen en weer tussen staatsarchief, stadsarchief, Anna Amalia Bibliothek, Goethe- und Schiller-Archiv en Goethe Nationalmuseum. Bij de prachtige nieuwe studiezalen is het bovendien de vraag hoe lang die in het digitale tijdperk hun functie behouden. Maar dat is in Weimar een gepasseerd station, de gebouwen zijn nagenoeg voltooid. Voor het beleven van het erfgoed in Weimar biedt dit dan weer wel het voordeel dat je de collecties ervaart in monumentale gebouwen die speciaal daarvoor zijn ingericht. Maar heel kostbaar is dat wel.

dinsdag 27 maart 2012

Industrie, ethiek en archieven: Topf & Söhne

Afgelopen zondag bezochten we met het ICA SPA-bestuur in Erfurt het terrein van de Topf fabriek. Daarvan bestaat alleen nog het kantoorgebouw. De machinefabriek Topf & Söhne werd in 1878 opgericht. Een van de specialiteiten was het produceren van vuilverbrandingsovens en van ovens voor crematoria. Hoewel de firma Topf weinig op had met de nazi's, traden de beide directeuren in 1933 toch toe tot de NSDAP, om op die manier het familiebedrijf te redden. Dit legde hen geen windeieren, de omzet en winst stegen vanaf dat moment fors. Vanaf 1939 richtte Topf voor de SS in de concentratiekampen crematoria in, te beginnen in Buchenwald. De firma produceerde daarvoor ovens, die het mogelijk maakten grote aantallen lijken in korte tijd te verbranden. Gedurende de oorlog werden op eigen initiatief van Topf deze ovens voortdurend "verbeterd". De medewerking die Topf gaf aan de nazi's was volkomen vrijwillig en leverde financieel niet al te veel op, hooguit 3 procent van de omzet was eraan gerelateerd.
Het voormalige Topf-kantoor is sinds 2011 ingericht als gedenkplaats. Daar wordt niet alleen ingegaan op de zwarte geschiedenis van Topf, maar via congressen, lezingen en bijzondere exposities wordt ook de aandacht gevestigd op ethisch kwesties waar bedrijven heden ten dage nog steeds mee te maken krijgen. In zijn opzet is dit museum uniek in Europa.
Het museum had zonder archieven niet kunnen bestaan. Het bedrijfsarchief van Topf was volkomen in de vergetelheid geraakt totdat het in 1993 in handen kwam van de Fransman Pressac, die de gedachte aanhing dat de holocaust een leugen was. Aan de hand van dit archief dacht hij zijn gelijk te kunnen bewijzen. Maar het tegendeel gebeurde, door kennis te nemen van het bedrijfsarchief, veranderde hij volledig van gedachten. Direct na zijn dood in 2003 lukte het Bernhard Post, onze gastheer en directeur van het Thüringisches Hauptstaatsarchiv in Weimar, om het Topfarchief in handen te krijgen. Zo kon het de basis worden voor de tentoonstelling op het oude fabrieksterrein.

zondag 25 maart 2012

Buchenwald en het belang van archieven

Vrijdag 23 maart ben ik afgereisd naar Weimar. Daar vergadert het bestuur van de sectie beroepsverenigingen van de International Council om Archives de komende week. Diezelfde avond bood Bernhard Post, directeur van het Thüringisches Hauptstaatsarchiv een kijkje in zijn archief. Indrukwekkend om kampregistratie van Buchenwald in handen te houden, even later een handschrift van Maarten Luther te zien en in een volgend depot het Bauhaus manifest met de handtekening van Gropius voorgeschoteld te krijgen. En dan heb ik het nog niet over de dossiers van de Oostduitse Volkspolizei met gegevens over vluchtelingen naar het westen. Bij alle digitalisering moeten we ruimte laten voor het beleven van de geschiedenis aan de hand van originelen, dat is me wel weer helemaal duidelijk!
Zaterdag nam onze Duitse collega ons mee naar de Wartburg, de plaats waar Luther in 1521 onderdook en de bijbel in het Duits vertaalde, maar ook de plaats waar de heilige Elisabeth van Thüringen verbleef, een naam die aan menige Nederlandse zorginstelling is verbonden.
's Middags togen we naar Buchenwald. De betekenis van archieven is voor deze gedenkplaats enorm. Die maken het mogelijk om gedetailleerd kennis te nemen van de donkere geschiedenis van deze plek. Archieven worden in Buchenwald nauwelijks bewaard, het archief van de gedenkplaats daargelaten. Wel is een uitgebreide collectie opgebouwd van persoonlijke getuigenissen en van films die zijn gemaakt van originelen elders. Heel heftig vond ik het om het crematorium binnen te gaan, de plaats waar duizenden lijken van nazi-slachtoffers werden verbrand. Onvoorstelbaar dat daar direct tegenover de kampdierentuin lag, bedoeld voor het Buchenwald personeel, dat bij de dieren al dan niet met hun kinderen ontspanning zocht. Uit de archieven blijkt dat de kampcommandant de zorg voor de dieren belangrijker vond, dan die voor de gevangenen. Uit diezelfde administratie komt naar voren dat aan voedsel voor de honden vijf keer meer werd uitgegeven dan aan het voeden van gevangenen... Tijdens onze rondleiding scheen de zon overvloedig en zongen de vogels. Ik vond dat een contrast met de werkelijkheid van toen, waarop onze begeleidster opmerkte, dacht u dat destijds de zon niet scheen, en de vogels ophielden met fluiten?