donderdag 16 oktober 2014

ICA Congres Girona: een Catalaans feestje

Van 11-15 oktober nam ik in het Catalaanse Girona deel aan het congres en de vergaderingen van de International Council on Archives. In Girona werd de ICA-koers voor de komende jaren vastgesteld: focus op archieven als essentieel voor good governance, op volgen en beïnvloeden van nieuwe technologieën en op verstevigen van de professie. Martin Berendse nam in Girona afscheid als president en werd opgevolgd door de Australiër David Fricker.

De setting van het congres was bijzonder. Voertaal was het Catalaans, Spaanse klanken heb ik nauwelijks gehoord. De uitingen van nationalisme waren in de stad overal aanwezig in de vorm van vlaggen, pamfletten en graffiti. Ik heb alleen Catalanen gesproken die voorstander waren van onafhankelijkheid en bij het slotdiner nodigde de burgemeester van Girona ons uit om als toerist terug te komen, naar zijn verwachting zou dat in een ander land zijn....
Het congres was qua deelnemersaantal een groot succes met meer dan 900 aanwezigen, daaronder 32 Nederlanders, meer dan het aantal Amerikanen, Fransen en Duitsers!
De eerste keynote spreker was Joan Roca, een beroemde Catalaanse topkok. Hij vertelde hoe zijn grote culinaire bibliotheek en het goed archiveren van het bereidingsproces van de gerechten voorwaarden zijn om ook in de toekomst tot culinaire hoogstandjes te komen. De laatste keynote werd gehouden door de musicus Jordi Savall, die een boeiend verhaal hield over de wijze waarop hij het bespelen van de viola da gamba wist te reconstrueren door grondig (archief)onderzoek, waarbij het niet alleen om muziekstukken ging, maar vooral om de context waarin deze in het verleden waren gespeeld.
Niet alle programma items waren even interessant. Dat waren de gesprekken in de marge van het congres meestal wel. Zo hoorde ik over het Portugese E-depot initiatief RODA, dat op open source is gebaseerd. In Nederland heeft het Nationaal Archief gekozen voor Preservica (vh. Tessella) en dat betekent afhankelijkheid van een commerciële aanbieder. Dat speelt in Portugal dus niet. In een presentatie over het Deense Bit Repository bleek dat ook de Denen zich op open source baseren.
De national archivist van Gambia vertelde mij dat een archiefopleiding in zijn land ontbreekt, ook zelf leert hij momenteel 'on the job', net als zijn (maar) vijf collega's. Oplossingen zijn mogelijk online onderwijs waar de ICA aan werkt of de inzet van gepensioneerde collega's als vrijwilligers. De ICA sectie voor professional associations zal zich daar voor gaan inzetten.
Zoals zo vaak ontstonden ook tijdens dit congres misverstanden rond de terminologie. Waar in het ene land onder een archivaris ook een records- of informatiemanager wordt verstaan, is dat in een ander land niet het geval. Dat leidt dan weer tot onbehagen, waarom wordt het records management niet genoemd, terwijl de spreker zich van geen kwaad bewust is en het hele continuüm denkt te bestrijken!

Tijdens een sessie over open data voelde ik mij bevestigd in de keuze die we met het Gelders Archief hebben gemaakt om de online beschikbaarstelling van onze informatie kosteloos te maken en te werken aan het op uniforme wijze toegankelijk maken daarvan als open data. Ook nu sprak het voorbeeld van de stad Stockholm mij aan. Daar wordt stevig gewerkt aan open data met als motivering transparantie en het economisch belang van vrij hergebruik van data. De toegang op het al sinds 2010 bestaande E-arkiv speelt daar een sleutelrol voor de inwoner van de stad die informatie zoekt van de overheid.
Het Zwitserse Nationaal Archief heeft als opdracht de open data portal van de Zwitserse overheid te beheren. De Zwitsers overwegen nu om de betreffende bestanden ook in het archief op te nemen. In mijn ogen is dat een verkeerde route. Data zouden eerst (vervroegd) overgedragen moeten worden, met de opdracht deze informatie als open data beschikbaar te stellen. Bovendien verwachten de Zwitsers dat de gebruiker van de open data voor het verifiëren daarvan zullen zorgen, zodat aanvullingen mogelijk zijn. Dat staat natuurlijk haaks op het behouden van de authenticiteit van de data.

Tenslotte, tijdens de algemene ledenvergadering van de ICA kwam een politieke kwestie aan de orde. Het voorstel was om Syrië en Irak te royeren als lid omdat zij de laatste jaren geen contributie hadden betaald. Daarop werd verzocht om gezien de burgeroorlog in deze landen, een besluit op te schorten. Volgens de statuten van de ICA is dat niet mogelijk, maar voorzitter David Fricker loste de kwestie op door te beloven nog een keer hun lidmaatschap tegen het licht te houden en te melden dat ook collega's uit landen die geen lid zijn van de ICA toch welkom zijn bij bijeenkomsten.

2 opmerkingen:

  1. > Bovendien verwachten de Zwitsers dat de gebruiker van de open data voor het verifiëren daarvan zullen zorgen, zodat aanvullingen mogelijk zijn. Dat staat natuurlijk haaks op het behouden van de authenticiteit van de data.

    Ik denk dat dit klopt voor wat betreft de archiefstukken (digital born incluis), maar niet voor de meta-data die ook (of juist?) rijke open data bronnen vormen. Archiefbeschrijvingen en nadere toegangen in de vorm van indexen zijn mensenwerk en kunnen dus fouten bevatten. Het corrigeren van deze fouten is waardevol en doet niets af aan de authenticiteit van het archiefstuk.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Daar kan ik het alleen maar mee eens zijn!

    BeantwoordenVerwijderen